Colombia

In december 2018 maken we een rondreis met Djoser door Colombia, Zuid Amerika. Een land met prachtige natuur, de dichte jungle, het Andes gebergte, de koffieplantages, koloniale Spaanse steden en Caribische stranden. Een land met een gewelddadig verleden, maar waar momenteel de rust is weergekeerd en waar aan economische opbouw kan worden gewerkt. We starten onze rondreis in Bogotá, de grootste stad van Colombia (hoofdstad) en bevindt zich middenin de Andes op een hoogte van ruim 2.600 meter. Het is een moderne stad met universiteiten, theaters en bibliotheken, omgeven door hoogbouw, koloniale kerken, maar ook sloppenwijken. We slenteren onder leiding van een gids door de koloniale straatjes en kunnen rustig aan de hoogte wennen. Het Plaza de Bolivar is het hart van de oude koloniale wijk La Candelaria en wordt omringd door de belangrijkste gebouwen van de stad, zoals de kathedraal, het paleis van justitie en het goudmuseum. We nemen de kabelbaan naar de 3.000 mtr hoge Cerro Monserate vanwaar je een prachtig uitzicht over de hele stad hebt.  Vanaf Bogotá rijden we naar het noorden om een bezoek te brengen aan de Zipaquira zoutmijnen, met de kathedraal in de zoutgangen en het pottenbakkersdorp Raquira. We overnachten in Villa de Leyva, een oud Spaans koloniaal dorpje met het grootste plein van Colombia. Het stadje werd gesticht in de 16^e eeuw door de Spanjaarden en was een populaire bestemming voor de Spaanse rijke en zelfs koninklijke families.

Vanaf Villa de Leyva rijden we langs Bogotá naar het zuiden en passeren de Laguna de Guatavita, een kratermeer in de bergen, waar we een wandeling maken en daarna doorrijden naar Tatacoa. Tatacoa is een bijzondere woestijn met geërodeerde rotsen en bijzondere rotsformaties en metershoge cactussen.  Na de Tatacoa desert rijden we langs de rivier de Rio Magdalena naar San Agustin waar we een Lulovrucht boomgaard bezoeken en de smalste doorgang in de Rio Magdalena. We krijgen een lunch en rondwandeling op de ecologische boerderij van een echtpaar dat koffie en fruit verbouwd.

We verblijven een paar dagen in de koloniale stad Popayàn; een prachtig wit stadje met een levendig centrum waar het ’s avonds gezellig druk is met muziek en kerstverlichting. Na Popayàn bezoeken we het stadje Silvia en de Valle de Cocora, een vallei met de >50 mtr hoge waspalmen, de nationale boom van Colombia. In de vallei is de grootste vogel van de Andes, de Condor te zien. In de buurt van Vall de Cocora ligt het plaatstje Salento; een levendig kleurrijk stadje in de bergen met leuke pleintjes en winkeltjes.

We verblijven enkele dagen in Medellin, de tweede grote stad na Bogotá. Door de industrialisatie groeide de stad snel en ontstonden de sloppenwijken aan de randen van de stad. In de jaren 80 werd de stad geregeerd door het drugskartel van Pablo Escobar. Sinds de overheid hard optreedt tegen het geweld in de sloppenwijken is het een stuk veiliger geworden. Nu is het zelfs mogelijk een van de beruchtste wijken, Comuna 13, te bezoeken. Met de aangelegde roltrappen is het niet meer nodig de lange trappen naar boven te lopen en is het aantrekkelijker om vanuit de sloppenwijken de stad te bezoeken (en andersom). Overal zijn kleurige graffiti tekeningen aangebracht op de muren die de creativiteit van de bewoners weerspiegelt. Zelfs “Wie is de Mol 2019” heeft een eigen tekening. Het bezoek aan Comuna 13 is heel indrukwekkend.

Vanaf Medellin vliegen we naar de Caribische kust, naar Santa Marta. We wandelen door het Tayrona NP en verblijven twee nachten (incl de jaarwisseling) in het koloniale stadje Mompox, aan de Brazo de Mompos rivier; het stadje staat op de UNESCO werelderfgoedlijst. Onze laatste bestemming is Cartagena de Indias, een kleurrijke en koloniale stad aan de Caribische kust. Het historische oude centrum is omgeven door stadsmuren en bevat prachtige koloniale architectuur, mooie straatjes, pleinen en binnenplaatsen gevuld met bloemen. Vanwege de historie en schoonheid van de historische binnenstad, staat Cartagena op de UNESCO werelderfgoedlijst. Hier eindigt onze rondreis.